top of page

21 Hybride fabeldieren

Drie groepen die de cursus creatief schrijven volgen bij dichter Herman Rohaert, een groep van de Academie van Maasmechelen en twee privégroepen, namen deel aan schrijfopdrachten rond de expo van Enzo Mari en de bijhorende expo van LABO ENZOo/ hetlabo in Genk.

De opdracht was drieledig:

a: de cursisten mochten zelf een gedicht schrijven rond een hybried fabeldier,

b: ze konden met 2 cursisten samen een hybried gedicht schrijven rond een hybried fabeldier,

c: ze konden zich baseren op een bestaand dierengedicht van een gevestigde dichter, ze namen daar een stuk uit, bijvoorbeeld het begin, en breidden daar zelf een vervolg aan toe over een ander dier, het resultaat: een hybried gedicht over een hybried fabeldier.

BLAUWVLEUGELSPRINKHAAN 

Oedipada Caerulescens.

 

Ze was niet blank,

ze was niet zwart.

Ze had van alle

zonden wat.

Haar billen

zo perfect,

zo enig

in balans.

 

Ze was felblauw en

met zwevende vleugels.

Haar halsschild in de lengte 

gekield, in de breedte 

gegroefd.

 

Ze verstopte zich in de duinen.

 

Hij prevelde zijn liefdesgedicht

in stilte.

 

 

Luc Vandeborght & Kristien Schueremans

DRAGOEROE

saphiera

 

Saphiera, jij oerkracht.

 

Aarde davert onder je kolossale slangenlichaam,

je krachtige poten graven kraters in donkere grond,

bij elke beweging slaan je scherpe schubben op en neer,

je buidel zwelt.

Uit je enorme bek trillen miljoenen tanden, krulllen drie 

rode tongen, op elke tong een toekomstige naam 

getatoeëerd.

Je oerinstinct ruikt van ver onrust,

je geopende saffierogen staan op scherp

je vuur spuwt goud.

 

Saphiera, jij oerkracht.

 

 

Kristien Schueremans en Marleen Scholten 

VLINDERKAT 

papilio cattus

 

je fladdert, fliederfloddert maar wat, 

zakdoekt en vodt, 

voelsprietelt, 

dartelt.

praalvlagje, 

gouden poederdoosje. 

 

Je danst met je voorpootjes, 

je trappelt, 

spint,

je bent geborgen, getrouw,

altijd volledig aanwezig.

Meester in zen,

meester in gemauw,

dutten je levensgemoed. 

 

Herman Rohaert en Rita Morabito

 

 

ZANG DER MOSSELMEUTE   (mosselaria)

op de huid gezeten

Vol goede

door verkalkte zeevriendjes.

moed gapen ze zich nogmaals

Tot plots het getijdenwater

open, 

de grillige meute

ze zoeken

opslokt 

zeewater,

in haar zoute muil

geven oprecht

en met

het weke, bleke lijf bloot

oceanische kracht

-gele dooier, zwarte schaal-

de harde jongens, 

met zilte lippen

blanke pit,

prevelen ze laatste bellen

dodelijk 

een rozenkrans.

spuugt

 

tegen de

Geschelpt zijn ze in het Carboon,

rots.

harde notenbast

Herman Rohaert en Harry van Dijck

 

ZWIJNBEER

porcus ursus

 

De Caribische monniksrob, grote ivoorsnavel,

olijfgroene ibis, ordinaire trekduif

gevederd of niet,

thans

verre vrienden van weleer.

 

De hoge Moa verdelgd door de Maori

zoals mammoeten,

holenleeuwen,

grondluiaards.

 

Prehistorische overkill of

muggenzifterij?

 

Op naar het dierenparlement,

een motie of amendement!

 

Of toch

roze olifantjes?

 

Harry van Dijck – Rita Morabito 

 

VLINDERVINK

vlivi   

Lepidoptera Fringilla Coelebs

 

 

Je fladdert, fliederfloddert

maar wat,

zakdoekt en vodt,

voelsprietelt,

dartelt.

Zonnestralen strelen je vleugels.

Glansrijk, pronkend, prestigieus.

Vrijheid kleurt je, siert je.

Praalvlagje,

gouden

poederdoosje.

Herman Rohaert – Marleen Scholten

 

 

BEDACHTZAAM ALS SLANGEN EN OPRECHT ALS DUIVEN

Serpentes Columbidae

 

Ik sla, sla om, ik slalom, kruip

Op mijn buik, kijk vooruit en loer

Ook achterom.

Listig spits ik mijn tong, ik

Lissssspel, kijk lussssstig, wurm mij

Zachtjes en gladjes waar jij niet

Wil dat ik kom.

Mijn sap, mijn gif, het borrelt, komt

Dichterbij, ik open mijn mond en spits

Mijn tand, spring en bijt

Mijn snavel toe, fladder en vlieg

Onschuldig naar je toe, ik 

Roekoe, en stralend in het wit, wens

Ik je alle vrede toe.

Kathia Reynders

VLINDERVEULEN

Papilio Equus ferus caballus

Je fladdert, fliederfloddert

Maar wat,

Zakdoekt en vodt,

Voelsprietelt,

Dartelt,

Veulen in gallop,

Ontstuimig dier met plezier,

Giert en hinnikt,

Wil geen zadel op.

 

Herman Rohaert en Kathia Reynders

 

BLOESEMVLINDER

Florere Papilio

 

Je wriemelt, daagt uit

danst

dartelt

je zucht zachtjes

 

honingzoet

uitbundig

bloemenzeetje

 

je fladdert, fliederfloddert

maar wat,

zakdoekt en vodt,

voelsprietelt

dartelt

 

praalvlagje

gouden

poederdoosje

Vera De Man en Herman Rohaert

 

VLINDERTJE    

papilio

 

Vliegen langs open bloemen

onrustig cirkelen

zoeken naar dé bloem

en neerstrijken op haar

Vera De Man

 

BIJ    

apis

 

De bij duizelt weg

van honingzoete bloesem

dronken van liefde

 

Vera De Man

 

SCHERPSCHUTTER    

acuti jaculator

Razendsnel landen

terug opstijgen

nooit genoeg

vliegende vlooien 

doorkruisen

 

Ik zie hem weggaan

hij schaduwt na

ik huiver

voor wat komen gaat.

Vera De Man

HOND

canis

 

een hondse namiddag

van onhoudbare spanning

-we bijten ze 

en slepen ze door de straten van Hond Kong

hondsdagen met zon in het zenit

oogsten zullen we rijkelijk

en verdwijnen van de wereld

& leven als een hond in Frankrijk

 

Ooit zullen we staan

in bloesemend Hond Kong

dronken van liefde

Marc Vos en Vera De Man

 

VARKEN

porcus

 

Haar tomaatjes van

wangen tollen

in de modder

van haar verlangen,

Haar staart spint

het krullen nabij.

haar haasje

fluistert fluwelen

dromen tot de beer in hem 

ontwaakt.

Over een half uur

hang je

aan de haak

uitgebloed en gebruikt

een geplande dood

je weet niet meer van 

zonnige weide

dartelen in mei.

 

Elien Lambeens & Vera De Man

 

 

DRAAKKANGOEROE 

saphiera, dragoe  

draco macropodidae

Koning van het Australische continent, 

verende krachtige achterpoten, 

buideldier.

Nachtelijke heerser.

Waakzaam als een bliksemschicht houdt

je staart je veerkrachtige tempel in balans.

Je tongen verstrengelen. Je spuwt vuur.

Je slachtoffers nergens meer veilig.

Veganist, vegetariër, carnivoor: je prooi.

De oerknal wordt krachteloos ……. oerkracht

Kristien Schueremans – Marleen Scholten

 

SCHERPSCHUTTER
Pellentesque/Acuti Surculus

Nooit genoeg
spreidt hij zijn vleugels
flitst hij razendsnel omlaag
grijpt hij naar de golvende
weerspiegeling van haar
artisjokhuid.

 

Zo zijn klauwen haar kieuwen kloven
Zo haar bitterzoete graat zijn krop klieft
Zo zij niet.

 

Vera De Man, Elien Lambeens

 

TELEVIS(IE)VOS           

 

zie je de vossen 

steeds dieper wegzinken

in de zompige moerasmist

van fake news & fata morgana's

op de beeldbuis van de valse vorst 

gekroond in het la-la-land 

der verdoemden:

     - boeren op zoek naar vrouwen

     koks kokhalzend tegen de tijd

     lepralijders op een eiland vol droefenis der zinnen

grote broer kijkt & schatert & lacht

 

zijn ze op zoek naar een oase in de woestijn 

die overstroomt met

vileine beloften en gefnuikte wensdromen?

 

de zetelpatatten vreten 

steeds goedkopere woestijnvissenstreken 

de deelnemers verbleken

in een slechte fabel op de kabel

Marc Vos

 

SCHERPSCHUTTER              

 

razendsnel landen en terug opstijgen

nooit genoeg 

vliegende vlooien doorkruisen

      

giergewijs circelen

spieden naar een vers kadaver

vlijm-ogen scherpen

 

en dan een vliegensvlucht 

naar de hemel op aarde

 

Vera De Man & Marc Vos

BILLETJES           

 

haar tomaatjes van wangen

 rollen in de modder van haar verlangen

haar staart spint het krullen nabij

haar haasje fluistert fluwelen dromen

tot de beer in hem ontwaakt

    

haast je haasje

haastig haasje-over

geen zout op je staart

wel borsten en bokkensprongen

als galloway-zwijnen in galop

 

Elien Lambeens & Marc Vos

 

VLINDERBLOEM           

Papillio Flos

 

je fladdert, fliederfloddert

maar wat,

zakdoekt en vodt,

voelsprietelt

dartelt

 

praalvlagje,

gouden

poederdoosje.

 

BLOEM

je flirt, flatst er 

maar wat uit

danst dwaas 

& drinkt binge

 

dronken,

verslenst

muurbloempje

Herman Rohaert & Marc Vos

 

 

ZOENTJESSPECHT 

Oscula picum

 

Jij spint een suikermantel,
giert me van mond tot lip.
Jij ontmantelt mijn borstje rood,
weekt het dier in mijn schelpje,
tot jouw specht
mijn zeeanemoon
zoent.

 

Elien Lambeens

bottom of page